Coatings in Triple-glas
Over het algemeen kun je stellen dat er sprake is van een verhoogd risico op thermische breuk als het middelste glasblad bij een drievoudige beglazing ingesloten zit tussen twee coatings met lage emissiviteit (op positie 2 en 5 van de drievoudige ruit). Harden is dan een optie maar niet alle fabrikanten gebruiken een geharde ruit als middelste blad. Zit de coating op één van deze twee posities (dus alleen op 2 of 5) dan is standaard floatglas geschikt voor het middelste blad. Bevindt de coating zich op het middelste blad (op positie 3) dan zijn alle fabrikanten het over eens dat harden aanbevolen wordt. Floatglas met een lager ijzergehalte is minder gevoelig voor thermische breuk. Is de middelste ruit van extra helder glas dan kan die in de meeste gevallen ongehard worden toegepast. Deze aanbeveling geldt alleen voor toepassingen op plaatsen zonder verhoogd thermisch risico. Bij bijvoorbeeld schuiframen of -deuren, bij slagschaduw op de ruiten, binnenzonwering of asymmetrische samenstellingen kan het risico op thermische breuk aanzienlijk toenemen.
Gehard glas factor 2 tot 10 sterker
Over het algemeen wordt aangenomen dat gehard glas vijf maal sterker is dan gewoon floatglas. Echter, volgens NEN 2608 is de maximaal opneembare buigtrekspanning van gehard floatglas circa drie keer hoger dan die van ongehard floatglas. Hoe zit dat?
We legden de vraag voor aan Roman Abrahams, technisch adviseur van Pilkington Benelux. Hij legt uit: ‘Het uiteindelijke verschil in sterkte, opneembare buigtrekspanning, tussen floatglas en thermisch gehard floatglas is afhankelijk van de belastingsduur. Bij een kortdurende belasting zoals wind (5 sec) is er inderdaad een factor 3 verschil, echter bij langere belastingen zoals sneeuw of zelfs eigen gewicht loopt dit verschil zelfs op tot wel factor 10. Zo staat het ook in NEN 2608 die niet een bepaalde sterkte geeft maar een berekende waarde. Die is afhankelijk van diverse factoren en daarvan is de belastingsduur de belangrijkste. In de glaswereld spreekt men toch vaak over vijf keer sterker, zoals in de consumentenbrochure over veiligheidsglas van KCG, FOSAG en GBO. Dit getal wordt aangehouden als gemiddelde om een leek een idee te geven wat het verschil in sterkte is tussen gehard glas en gewoon floatglas. Een exact getal noemen kan feitelijk dus niet. Wil je dat toch dan zul je moeten rekenen en dan gaat het om een complexe combinatie van een bepaalde belastingsduur, het type belasting en het aangrijpingspunt in de glasplaat.’
Veiligheidsglas
Overzicht Toelichting op NEN: 3569:2011 “Vlakglas voor gebouwen”
Bepaling Maximale glasoppervlakte gelaagd dubbel glas tgv windbelasting
Beglazing: binnen- of buitenbeglazing
Keuze binnen- of buitenbeglazing wordt met name bepaald door de afmeting van de ruit. Kleine ruiten zijn door het verwijderen van glaslatten eenvoudig te verwijderen en voldoen daardoor niet aan eventuele inbraakwerendheidsklassen.
Daarnaast zijn glaslatten aan de buitenzijde onderhoudsgevoelig. Door indringing van vocht tussen de glaslat en het kozijn middels capillaire werking ontstaat werking en mogelijk houtrot op de langere termijn. Tegenwoordig wordt om deze redenen steeds vaker binnenbeglazing toegepast.
Indien naar buiten draaiende deuren worden toegepast, gecombineerd met bijvoorbeeld naar buiten klappende bovenramen is toepassing van buitenbeglazing in onderliggende vaste ramen het eenvoudigst te realiseren. Door toepassing van een wisselsponning kan ook hier binnenbeglazing toegepast worden.
Informatie over binnen- vs. buitenbeglazing tref je bijgaand aan:
Inbraakwerendheid kozijnen
Kozijnen dienen aan inbraakwerendheidseisen te voldoen, als omschreven in het bouwbesluit. Een weerstandsklasse van WK 2 (volgens SKG 2) is de minimale eis,
Het Bouwbesluit stelt dat voor nieuwbouwwoningen of woongebouwen met een bouwvergunning afgegeven na 1 januari 1999, mits ramen of deuren bereikbaar zijn, het gevelelement inbraakwerend moet zijn volgens klasse SKG 2 van NEN 5096. Of ramen/deuren bereikbaar zijn is vastgelegd in norm NEN 5087.
Echter aanvullend wordt door ArchitectenGilde gevraagd naar SKG 3, om een hogere inbraakwerendheid te verkrijgen.
In de laatstgenoemde norm staan de meest relevante wijzigingen ten opzichte van de vorige uitgave (NEN 5087: 2007).
Kort samengevat stelt deze norm dat alle ramen/deuren bereikbaar zijn waarvan de onderzijde lager ligt dan 5,5 m boven het aanlsuitend terrein. Daarnaast is de bovenste verdieping van een flatgebouw bereikbaar als de afstand tussen dakrand en galerijvloer minder dan 3,5 bedraagt. De maat voor eenmalig opklimmen bedraagt 3,5 m, voor doorklimmen 2,4 m en voor afspringen 3,5 m. Een werkvlak bedraagt minimaal 0,4 x 0,4 m, en de reikwijdte daarvandaan bedraagt 1 m. In NEN 5096 is gesteld dat het minimale toegestane oppervlak voor het toepassen van droge buitenbeglazing 2,0 m2 bedraagt.
Bouwbesluit en inbraakwerendheid
Norm inbraakwerendheid
Binnenbeglazing of buitenbeglazing?
Bij inbraakwerende gevelelementen wordt vrijwel altijd binnenbeglazing toegepast. Daarbij zitten de glaslatten aan de binnenzijde. Dan is het voor de inbreker moeilijk om de glaslatten te verwijderen. Droge buitenbeglazing (beglaasd met rubbers) is wel toegestaan, mits de vakvulling bestaat uit isolerend dubbelglas en het glasoppervlak groter is dan 2,0 m2 . Bij een dergelijk glasoppervlak wordt de ruit te zwaar om nog te verwijderen. Bij kleinere afmetingen dan 2,0 m2 dient de glassponning (zoals de glaslatten) voldoende weerstand te bieden tegen het uitnemen van de glasruit.
Verdere info:
– Praktijkrichtlijn beglazen NPR 3577
– Onderhoudsadvies Dubbelglas-systemen
De NEN-EN 356 “Glas in gebouwen – Beveiligingsbeglazing- Beproeving en classificatie van de weerstand tegen manuele aanval” .
NEN-EN 356, doorbraakvertragende beglazing
Indien men het over (gelaagd) glas heeft met een inbraak –of doorbraakvertragende eigenschap, heeft men het over beveiligingsbeglazing. In Europa is hier een norm voor opgesteld die ook voor Nederland van toepassing is. De norm NEN-EN 356 “Glas in gebouwen – Beveiligingsbeglazing- Beproeving en classificatie van de weerstand tegen manuele aanval” omschrijft de beproeving en classificatie van de weerstand van glas tegen manuele aanval.
De NEN-EN 356 beschrijft 2 beproevingsmethoden en koppelt aan de resultaten een classificatie. De eerste beproevingsmethode is de “Hard body drop test”, ook wel de “kogelvalproef” genoemd en simuleert het ingooien of doorbreken van de beglazing met een stomp voorwerp. Hierbij wordt de glasplaat beproeft door middel van het verticaal laten vallen van 3 stalen kogels met een diameter van 10 cm en een gewicht van 4,11 kg. De glasplaat wordt horizontaal bevestigd door middel van een vierzijdige inklemming van 30mm (± 5mm). De glasplaat doorstaat de beproeving indien de kogel niet door het glas heen komt. Afhankelijk van de gehanteerde valhoogte en het aantal pogingen hanteert men onderstaande classificatie. Hierin is P1A de laagste classificatie en P5A de hoogste.
classificatie Kogelvalproef
Weerstandskla
|
Valhoogte
|
Aantal inslagen
|
Classificatie
|
P1A
|
1500mm
|
3 kogels in een driehoek
|
EN 356 P1A
|
P2A
|
3000mm
|
3 kogels in een driehoek
|
EN 356 P2A
|
P3A
|
6000mm
|
3 kogels in een driehoek
|
EN 356 P3A
|
P4A
|
9000mm
|
3 kogels in een driehoek
|
EN 356 P4A
|
P5A
|
9000mm
|
3x 3 kogels in een driehoek
|
EN 356 P5A
|
De tweede beproeving die omschreven wordt is de “Axe test”, ook wel de “hakbijlproef” genoemd en simuleert een inbraakpoging door middel van het inslaan van de beglazing met een slagvoorwerp zoals een bijl. Bij deze beproeving wordt de glasplaat verticaal bevestigd door middel van een vierzijdige inklemming van 30mm (± 5mm). De glasplaat wordt eerst bewerkt met een hamer die de botte kant van een bijl simuleert waardoor al het glas breekt op het oppervlak waar later de bijl op inslaat. Daarna wordt er met de scherpe kant van een bijl ingeslagen op het glas. De beproefde glasplaat voldoet aan de beproeving zolang er geen vierkante opening ontstaat met een zijde die groter is dan 400mm. Afhankelijk van het aantal slagen met de bijl hanteert men de onderstaande classificatie. Hierin is P6B de laagste classificatie en P8B de hoogste.
classificatie hakbijlproef
Weerstandsklasse
|
Aantal slagen
|
Classificatie
|
P6B
|
30 tot 50
|
EN 356 P6B
|
P7B
|
51 tot 70
|
EN 356 P7B
|
P8B
|
meer dan 70
|
EN 356 P8B
|
De norm NEN-EN 356 wordt inmiddels door alle fabrikanten van gelaagd glas toegepast als de beproevingsmethode voor hun beveiligingsbeglazing. Daarnaast is de norm aangewezen als de beproevingsmethode en classificatie voor de weerstand tegen inbraak van glazen bouwproducten die onder de wettelijk verplichte CE-markering vallen. Elke producent dient op zijn CE-label aan te geven wat de weerstandsklasse is volgens de NEN-EN 356 van zijn product. Geeft een producent geen weerstandsklasse op, dan voldoet het glas ook niet als doorbraakvertragende beglazing en kan een afnemer het ook niet als zodanig toegepassen.
Onderstaand wordt een duidelijk overzicht gegeven van de diverse weerstandklassen volgens de NEN-EN 356 en welke samenstellingen PVB gelaagd glas daaraan in het algemeen voldoen.

Infoblad SKG en KCG: Inbraakwerendheid: Over testen en normen.
Verdere info omtrent het Lenteakkoord
Politie Keurmerk Veilig Wonen
Het Politie Keurmerk Veilig wonen tref je hier aan
Passiefhuis niveau kozijnen
– SmartShell duitse passiefhuis kozijnen
Gedeelte bron en foto: AGC